Bijzondere foto’s: met paard en wagen door de drukste winkelstraat van Zwolle

Op sommige dagen kun je in de drukste winkelstraat van Zwolle over de koppen lopen. Maar ook ruim honderd jaar geleden was het in de Diezerstraat een drukte van jewelste.

Het einde van de Diezerstraat werd tot begin van de vorige eeuw nog de Smeden genoemd. Winkelend publiek kon, zoals op bovenstaande prentkaart uit 1914 is te zien, maar beter op de stoep blijven. In het midden van de weg kwamen veel bestuurders met paard- en wagen en (vracht)wagens voorbij.

Paarden en boodschappenmanden

Zo druk als het op de bovenstaande prentkaart te zien is, was het niet altijd. Waarschijnlijk was het een marktdag, stelt Collectie Overijssel bij de kaart. Paarden werden gestald in stallingen en bezoekers – sommigen in klederdracht – namen boodschappenmanden mee.

Rustig op straat, of toch niet

Dat het ook rustiger op straat kon zijn, laat dit beeld uit 1893 zien. Hoewel, rustig. De reden dat het einde van de Diezerstraat vroeger de Smeden heette, was omdat smeden vroeger hun ‘luidruchtige’ bedrijf alleen hier mochten uitoefenen. Aan het einde van de winkelstraat dus.

In die tijd waren er nog veel andere zaken dan die we nu kennen. Bijvoorbeeld in het meest rechtse pand op de foto een zaak in glas- en aardewerk, na 1909 een aardappel- en fruithandel. En boven de overkapping zie je het bord Logement en stalhouderij. Hier was van 1879 tot 1909 het logeeradres De Halve Maan gevestigd.

Tekst gaat verder onder de foto.

De stoep en het tramspoor

We maken een klein sprongetje in de tijd, naar 1900. Wat je wellicht opvalt aan alle foto’s zijn de stoep en het tramspoor. Die zien we allebei niet meer in het huidige straatbeeld terug. Allereerst verdween het trottoir. Rond 1907 werd de stoep gelijkgetrokken met de rest van de straat.

Het tramspoor was van de paardentram waarmee je tussen 1885 en 1919 door Zwolle kon reizen. De route begon bij het Katerveer en door de jaren heen werd het spoor uitgebreid naar onder meer de Grote Markt, het treinstation en De Brink. Vooral de bocht tussen de Kamperstraat en Luttekestraat was zo scherp dat er weleens een rijtuig ontspoorde. Op 7 augustus 1919 reed de paardentram voor de laatste keer en werd het spoor vrijwel overal verwijderd.