Misschien weet jij het oude weeshuis, koetshuis en ketelhuis wel te vinden in Woerden. Maar weet je ook hoe deze gebouwen ontstaan zijn? Deze vier gebouwen waren vroeger onmisbaar in onze stad.
Weeshuis
In 1874 werd kinderarbeid met de wet verboden. Gevolg: arme ouders moesten hard werken om rond te komen en veel kinderen zaten verwaarloosd thuis. Ook waren er veel weeskinderen in die tijd. Die kinderen moesten allemaal naar het weeshuis. De rijkere bovenklasse was bang dat die kinderen zorgden voor een toename van de jeugdcriminaliteit. Om dat te voorkomen, werden er kinderwetten en weeshuizen gecreëerd.
Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen de weeshuizen langzaam. Mensen leefden langer en de levensstandaard werd beter. Het werd in die tijd ook steeds gebruikelijker dat familieleden van overleden ouders het weeskind in huis namen.
Het gebouw van het voormalige weeshuis in Woerden staat er nog steeds. Dit gebouw vind je aan de Havenstraat nummer 6. Tegenwoordig zit hier een daklozenopvang, een inloophuis een koffiebranderij en een tweedehands kledingwinkel.
De naam ‘ketelhuis’ ontstond doordat er stoomketels in dit gebouw stonden. Eind achttiende eeuw en begin negentiende eeuw was dit de manier om machines aan te drijven of warmte op te wekken. Dit gebeurde door in de stoomketels kolen, olie of gas te verbranden. De stoom die hierbij vrijkwam werd gebruikt voor de aandrijving van machines.
De industriële revolutie kwam dankzij deze stoommachines in een stroomversnelling. Er konden zo steeds grotere fabrieken worden gebouwd. Echt veilig waren de stoomketels niet. Het opwekken van stoom bracht namelijk risico’s met zich mee, zoals stofvorming, brand of zelfs ontploffingen. Daarom werd een ketelhuis altijd apart van de fabriek gebouwd.
Op sommige plekken in Nederland zijn ketelhuizen nog steeds in gebruik, maar in het ketelhuis in Woerden (aka de oude wasserij) kun je uitgebreid dineren. Hier zitten nu de restaurants ’t Zusje en Gare Pompidou.
De meeste koetshuizen in Nederland werden in de negentiende eeuw gebouwd. In die tijd waren er nog geen auto’s, de rijke mensen werden toen met paard en wagen rondgereden. En dat was ‘zien en gezien worden’. Ook de koetshuizen zelf waren ondergedompeld in een laag glitter en glamour. Het tuig en de wagen stonden uitgestald en vaak waren de paarden met zorg uitgekozen zodat ze dezelfde look hadden. Een koetshuis bij je woning was een echt statussymbool.
De koetshuizen herken je aan de hoge inrijdeuren. Een koetshuis was meestal dan ook onderdeel van een landhuis, kasteel of stalhouderij. Later, toen auto’s werden uitgevonden, werden koetshuizen ook gebruikt als garage.
In Woerden vind je ze ook. Het koesthuis op Rietveld bijvoorbeeld. Deze staat bij herenhuis en monumentaal pand ‘Kop en Hagen’. Een andere plek is de Maurits Hoeve op Breeveld. In het voormalige koetshuis van een oude boerderij zit nu een Bed & Breakfast.
Koetshuis van ‘Kop en Hagen’ op Rietveld in Woerden – Foto: Cornutus
Advertentie wordt geladen…
Pakhuis
Amsterdam staat bekend om de pakhuizen, maar wist je dat er in Woerden ook pakhuizen zijn? De bekendste in Woerden is het Kaaspakhuis. Die staat aan de Emmakade en is het enige nog in werking zijnde kaaspakhuis in Nederland die je kunt bezoeken.
De eerste pakhuizen werden rond 1600 al gebouwd. Typisch voor een pakhuis is dat het huis heel diep is: gemiddeld zo’n 30 meter. Daarnaast hebben de meeste pakhuizen een hijsbalk bovenaan de gevel. Via die hijsbalk was het makkelijk om goederen uit de schepen omhoog te hijsen. De vrachten werden vooral per boot vervoerd, daarom staan pakhuizen vaak aan een gracht.