‘Financieel uitgeputte’ Utrechtse horeca wil kwijtschelding leges en belastingen

De Utrechtse horeca roept de lokale politiek op de gemeentelijke belastingen en leges voor dit jaar (deels) kwijt te schelden. Cafés en restaurants in de stad zijn ‘financieel uitgeput’ door de aanhoudende coronacrisis.

Voorzitter Jan Hagenouw van de Utrechtse afdeling van Koninklijke Horeca Nederland vroeg dinsdagavond 18 januari tijdens een informatiebijeenkomst van de gemeenteraad over corona aandacht voor zijn ‘achterban die moedeloos en lamgeslagen is’. Door de gedwongen sluiting van de horeca raken volgens hem spaar- en pensioenpotten leeg en moeten sommige ondernemers zelfs hun huis of auto verkopen. Steunpakketten van de rijksoverheid zijn niet voor iedereen toereikend, aldus de voorzitter van de belangenvereniging van de horeca.

De gemeente Utrecht zou de horeca tegemoet kunnen komen door bijvoorbeeld de precariobelasting die moet worden betaald voor het gebruik van een terras, kwijt te schelden. Het tijdelijk geen leges heffen voor het bijschrijven van een nieuwe leidinggevende op de drank- en horecavergunning zou ook enige lucht kunnen bieden, aldus Jan Hagenouw.

Emotionele brief

De Utrechtse VVD voelt er wel voor om de cafés en restaurants tegemoet te komen. Of andere partijen dat ook willen, moeten binnenkort blijken. D66-raadslid Ralph Peters gaf wel al te kennen dat niet alle ondernemers geholpen zijn bij het schrappen van de precariobelasting voor terrassen. 

Het is de tweede keer in een paar dagen tijd dat de Utrechtse horeca een beroep doet op de gemeente. Afgelopen vrijdag schreven honderden ondernemers een emotionele brief aan burgemeester Sharon Dijksma. In de brief stelden ze dat de rek eruit is en de de horeca weer open moet. “Het ontlasten van de zorg is nog steeds van groot belang. Maar het voorkomen van grotere en wellicht onherstelbare schade aan de Utrechtse horeca, MKB, ZZP’ers en onze eigen bedrijven, vinden wij inmiddels van even groot belang.’’