Utrechtse mysteries: wat doen die mozaïekbankjes in Utrecht?
Bontgekleurde bankjes die bestaan uit héél veel kleine steentjes: je komt ze op meerdere plekken tegen in Utrecht. Zo staan…
Utereg me Stadsie: wie kent het welbekende ‘volkslied’ van de Domstad niet? Maar weet je ook waar de opmerkelijke bijnaam Schele Ockeloen – die voorkomt in het lied – vandaan komt? Wij zochten het voor je uit!
Voor de Utrechters onder ons die de tekst niet volledig kennen volgt hieronder de passage waar we het over hebben.
Ik ben geboren in een huisie in de Zakkedragersteeg,
Vlakbij ´t logiement van Jan de Tenteneus.
Aal de Preu en Gekke Bart, de Bult en Koos de Kutjeskin,
Schele Ockeloen en Blauwe Teus.
Vroeger (lees: begin vorige eeuw) werden Utrechters, vooral in de oude volksbuurten, bijna altijd bij hun bijnaam genoemd. En die namen waren vaak, op z’n zachtst gezegd, nogal hilarisch. Om erachter te komen waar de nickname Schele Ockeloen vandaan komt, hebben we het boek ‘Utrechtse Bijnamen’ van Evert van der Zouw erbij gepakt. Voor zijn boek sprak de schrijver met de Utrechtse cabaretier en schrijver van het lied, Herman Berkien, over de bijnamen in het lied.
Wat blijkt? Herman Berkien was niet vies van een drankje en was dan ook vaak te vinden in verschillende kroegen in ons stadsie. Voor zijn lied gebruikte hij ‘koosnaampjes’ die hij daar voorbij hoorde komen. Wie deze mensen waren? Dat wist hij niet. Wel vond hij dat de bijnamen ‘lekker bekten’ en goed weergaven hoe Utrechters elkaar van spraakmakende bijnamen voorzien.
Wáár de naam Schele Ockeloen vandaan komt weten we nu, maar wíe Schele Ockeloen precies is blijft een mysterie. Tot nu toe is er namelijk (nog) niemand in geslaagd de persoon achter deze bijnaam te achterhalen. Wel is bekend dat Ockeloen, in ieder geval sinds de zeventiende eeuw, een veelvoorkomende familienaam is in Utrecht.
Trouwens, kijk er niet raar van op als je in de stad ‘schele ockeloen’ naar je hoofd geslingerd krijgt als je in de drukke binnenstad (post-corona dan) tegen iemand aanbotst. De laatste decennia wordt het woord in Utrecht gebruikt als scheldwoord voor een brildrager of bijvoorbeeld voor iemand die niet goed uitkijkt. Oh, en het woord okkeloen (of oekeloen) komt ook voor in andere plaatsen in Nederland en is synoniem voor ‘sufferd’, ‘domkop’ of ‘leugenaar’.
Goed, weer een mysterie opgelost! Loop jij ook al tijden rond met een vraag waar je maar geen antwoord op kunt vinden? Laat het ons weten.
In onze gids
Populaire rubrieken