Meelopen met de tuinmannen van onze stad: ‘Utrecht heeft straks palmbomen’

Utrecht wordt met de jaren groener. Voorman Ron den Daas en medewerkers Peter ten Broeke en Joop Beekman van de gemeente Utrecht weten dat als geen ander. Dagelijks zorgen ze ervoor dat Utrecht er netjes bij ligt.

Video: Nare Hovanisyan

Door weer en wind trekken de mannen door de wijk Noordoost. Deze keer zijn ze in Vogelenbuurt voor de aanleg van zelfbeheer plantvlakken. Ze zijn net pas op de locatie of de eerste lijn is al getrokken in de grond. Ron maakt gaten en Joop zet de planten erin. In nog geen uur tijd zijn de drie perken gevuld met nieuwe heesters. “Planten die makkelijk te onderhouden zijn”, legt Joop uit.

Lees verder na de foto’s >

6

Alles behalve grote bomen

De heren werken op de afdeling Wijkonderhoud en Service van de gemeente Utrecht. Peter legt uit wat ze doen: “Eigenlijk al het onderhoudswerk dat met groen te maken heeft. Denk aan hagen snoeien, onderhoud van planten, schoffelen, wieden, jonge dode bomen omzagen en bomen planten. Behalve de grote bomen, die worden door een aparte afdeling gedaan.” Ron vult aan: “We stoppen halverwege maart met snoeien van een deel van het groen vanwege nesteldrang van dieren. Nu gaat het onkruid meer groeien en dat beheersen we.”

Vrijheid en buitenwerk

De werkzaamheden verschillen per gebied. Ron: “Bij de oude wijken doen we meestal onderhoud. En de nieuwe wijken zoals Leidsche Rijn en nu Voordorp is allemaal nieuwe aanleg.” Die diversiteit van de werkzaamheden maakt het ook leuk. Joop: “De ene keer ben je aan het snoeien en de andere keer ben je met nieuwe planten bezig.” Peter: “Het is heel fijn werk. Je bent lekker in beweging, je bent vrij en je werkt buiten. Dat het nu regent, is echt toeval. Over het algemeen is het 90 procent van de tijd droog.”

Bewoners hebben veel inspraak

“Daarnaast heb je contact met mensen uit de buurt”, vervolgt Peter. Joop vult aan: We krijgen leuke en minder leuke reacties. We doen gewoon ons werk. Je moet een beetje nuchter zijn daarin.” Dat bewoners meer inspraak hebben op de wijk ziet Ron ook. “Ten op zichtte van 40 jaar geleden veel meer. Maar honderd mensen, is honderd zinnen. De ene wil het wel gesnoeid hebben, de andere niet. De ene wil een blauw bloemetje, de ander een wit bloemetje. Daar zoeken we een tussenweg in.”

Geveltuintjes populair

Bewoners zijn zelf ook actief in hun buurt. Hoe dat in z’n werk gaat? Ron: “Heb je een plan, dan doe je een aanvraag bij het initiatievenfonds bij jouw wijkbureau. Die moet voldoen aan de normen en voorwaarden van de gemeente. Een geveltuintje met stoep van maar één meter breed is bijvoorbeeld niet mogelijk, want er moet een rollator langs kunnen. Als het plan is goedgekeurd, voeren wij het werk uit.” Het meest populaire onder Utrechters zijn geveltuintjes. “Tegeltje eruit, plantje erin. Je zal het nooit omgekeerd zien in Utrecht, want het water moet goed weg kunnen stromen. Water is een groot probleem in de toekomst.”

Lees verder na de foto’s >

3

Verschil met vroeger en nu

De gemeente wil dan ook meer vergroenen. “Dat zie je aan de Stadsboulevard op de Jozeflaan en de Marnixlaan. De auto maakt hier plaats voor fietspaden en groen. Het onderhoud ligt het eerste jaar bij de afdeling stedelijk, daarna pakt de wijk het op. Het wordt op de tekentafel bedacht, maar het moet wel uitvoerbaar zijn. Mensen willen allemaal vaste planten, maar die vragen veel onderhoud.” Daarnaast wordt Utrecht steeds warmer. “Je moet niet gek opkijken als we hier over tien jaar palmbomen in de perken hebben.”

Minder expertise

Op dit moment heeft de afdeling tien wijken met een stadsteam dat alles wat centraal is aanstuurt. “Denk aan het maaien van de grasvelden en het onkruid in de bestrating”, legt Ron uit. De wijken hanteren in principe dezelfde normen, alleen in de praktijk lukt dit niet altijd. “Vakmensen zijn tegenwoordig moeilijk te vinden. Vacatures staan maanden open, maar het is lastig om mensen te krijgen op het gebied van groen. Misschien moeten we eens kijken naar interne opleidingen, waarin de oude garde de kennis overdraagt aan de jongere generatie.” Joop: “Je kan het vak van elkaar leren, als je het maar van elkaar aanneemt.”