In dit bekende gebouw werden de ‘Jantjes van Leiden’ opgeleid
‘Je er met een Jantje-van-Leiden van afmaken’. Dat betekent dat je ergens niet je best op doet. Zou dat iets…
Als onze vertelvader Willem als stadsgids met een groep wandelaars bij de Doelenpoort komt, wordt er regelmatig gevraagd of dit ook een toegangspoort van de stad was. Nee, dat was het niet. Deze poort ging dicht voor de veiligheid, als de schutterij er oefende. En wat staat er bovenop deze poort? Een drakendoder! Een Amsterdamse toerist werd hier heel boos tijdens het verhaal van onze vertelvader.
Door Willem Hogendoorn
De Doelenpoort staat (verrassend genoeg) aan de Doelengracht, op de kruising met de Groenhazengracht. De poort uit 1645 gaf toegang tot het Doelenterrein, het oefenterrein van de Leidse Schutterij. De schutterij bestond uit gewapende burgers. Hierdoor had Leiden in oorlogstijd opgeleide soldaten. In vredestijd trad de schutterij op als nachtwacht (een soort hulppolitie), om ‘s-nachts de openbare orde te handhaven en dronken mensen op te pakken. Je zou de nachtwacht nu eigenlijk boa’s noemen.
Het Doelenterrein bestond uit een veld, waar doelen opgesteld stonden. De schutterij oefende hier door te schieten op deze doelen. Eerst met pijl en boog en later met geweer. De Leidse schutterij heette het St. Joris-gilde, vernoemd naar hun beschermheilige St. Joris. Deze Joris werd heilig verklaard, omdat hij zittend op zijn paard met zijn lans een draak doodde, die een stad lastig viel. Deze scene zien we in het beeldhouwwerk boven op de poort.
Alle mannen in Leiden waren verplicht om lid te zijn van de schutterij en te oefenen. Onze beroemdste Leidenaar, Rembrandt van Rijn, had echter vrijstelling. Dat kwam omdat hij stond ingeschreven bij de Universiteit. Dat hadden zijn ouders gedaan, omdat zij hoopten dat hij dominee zou worden. Rembrandt ging echter zijn eigen weg en gelukkig maar, want van dominee Rembrandt zou nooit meer iemand iets gehoord hebben.
Rembrandt was dus geen lid van de Leidse nachtwacht. Hij zal ze ongetwijfeld hebben zien oefenen. Toen Rembrandt 25 was, ging hij naar Amsterdam, want daar kon hij meer verdienen. Zijn beroemdste schilderij is de (Amsterdamse) Nachtwacht. Het kan niet anders dan dat Rembrandt zijn inspiratie om een nachtwacht te schilderen heeft opgedaan in Leiden.
Ik vertelde dit bij de Doelenpoort aan een groep Amsterdamse toeristen. Daar maakte ik geen vrienden mee. ‘Rembrandt is ook niet in Leiden geboren maar in Amsterdam, in het Rembrandthuis’, beweerde een boze Amsterdammer. ‘Nee hoor’, antwoordde ik, ‘daar is hij pas later gaan wonen. Rembrandt is hier in Leiden geboren, vlakbij de Rijn en daarom heet hij Rembrandt van Rijn. Als hij in Amsterdam geboren was, dan had hij Rembrandt van Amstel geheten’. Zo is het en niet anders. Het blijven soms een beetje bluffers, die mensen uit de hoofdstad.
In onze gids
Populaire rubrieken