Wist-juh-datje: door deze Leidenaar leren we kleuters vroeg ‘fröbelen’
Aan het Rapenburg vinden we de Basisschool Haanstra. Op het bord boven de deur staat: ‘W. Haanstra, 1841 – 1925,…
Eén van de mogelijkheden om van Leiderdorp naar Leiden te gaan, is de Spanjaardsbrug oversteken. Onze vertelvader Willem reed er overheen en zag dat er op de slagbomen symbolen staan: een trommel en een trompet. Maar waarom staan die daar en waarom is het symbool aan de Leidse kant anders dan aan de Leiderdorpse kant? Willem kwam erachter dat Jan Klaassen (van het welbekende liedje) hier iets mee te maken heeft.
Door Willem Hogendoorn.
We gaan terug naar 1573 toen de Spanjaarden Leiden omsingelden om de stad uit te hongeren. De aanvoerder van het Spaanse leger was Valdez. Hij vestigde zijn hoofdkwartier in de Dorpskerk aan de Hoofdstraat in Leiderdorp. Op de plek van de huidige Spanjaardsbrug lag toen ook al een brug, die (heel toepasselijk voor een brug over de Zijl) Zijlbrug heette.
De naam ‘Spanjaardsbrug’ werd gebruikt toen daar een verdedigingsschans tegen de Spanjaarden werd aangelegd. Spaanse legerkoeriers met brieven voor het stadsbestuur van Leiden staken ook regelmatig daar de Zijl over. De Spanjaarden hebben de brug dus niet gemaakt, maar de brug is naar hen vernoemd.
En dan nu die aparte symbolen bovenop de slagbomen. Deze hebben namelijk met het Beleg van Leiden te maken. De symbolen zijn aan beide kanten anders. Aan de Leiderdorpse (Spaanse) kant zien we een trommel met overdwars trommelstokjes; aan de Leidse kant staat een trompet afgebeeld.
De trommel en de trompet hebben te maken met de verschillende gewoontes binnen het leger van de Spanjaarden en het leger van prins Willem van Oranje. Als het Spaanse leger (Leiderdorpse kant) zich gereed moest maken, dan werd er op de trommel geslagen. De Spaanse soldaten werden dus letterlijk ‘opgetrommeld’.
Bij het leger van Prins Willem van Oranje (Leidse kant) ging dat ‘optrommelen’ niet met een trommel, maar met een trompet. Daarom waren er in het leger van de Prins Willem trompetters in dienst. Bij ‘oudere’ lezers zal zeer waarschijnlijk nu het bekende liedje van Rob de Nijs naar boven komen:
Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van den Helder tot den Briel.
Hij had geen geld en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel.
Het liep overigens slecht af met Jan Klaassen want hij keerde niet terug van de slag op de Mokerhei.
In onze gids
Nu gesloten
Populaire rubrieken