Binnenkijken bij het pronkhuis van Geert: ‘Een harmonieuze kakofonie’
Geert Pruiksma is directeur van museum Nienoord én heeft thuis eigenlijk ook een museum. Een bonte verzameling aan curiosa, rariteiten,…
Geert Pruiksma (van dit kleurrijke interieur), achterhaalde de indringende geschiedenis van zijn woning in de Folkingestraat. Achter de charmante gevel bleek een verdrietig verhaal schuil te gaan over het Joodse meisje Liny en haar familie.
Dit artikel is eerder online verschenen.
Op 5 september heropende de synagoge in de Folkingestraat. Een mooi moment om met Geert in gesprek te gaan over de geschiedenis van deze illustere straat.
Geert woonde als student al enige jaren in de Folkingestraat, in het voormalig Rabinaatshuis. “Er hing een bijzondere sfeer. Des te meer omdat onze contactpersonen van de synagoge volwassen waren tijdens de oorlog. Een generatie die een paar decennia eerder alles kwijtraakte wat hen lief was. Ik realiseerde me dat deze omgeving was beladen met gevoeligheden.”
“Toen ik in 2008 opnieuw hier kwam wonen, bedacht ik me dat ik één ding kon doen: proberen de mensen die hier woonden te achterhalen en ze te laten weten dat ze hier altijd welkom zijn in hun huis.” Die mensen bleken Liny Woltjer en haar ouders Samuel en Roosje.
Allereerst verdiepte Geert zich in de geschiedenis van de Folkingestraat, waar al meer dan vijfhonderd jaar Joden wonen. De straat en Geerts 17e-eeuwse pand kennen dan ook een rijke geschiedenis. “Moet je je voorstellen hoe levendig het hier voor de oorlog was. Wandelde je vroeger dit buurtje in, dan zag je zag middenstanders aan de straat, de Joodse bakker en slager, de synagoge. Echt een gemeenschap”, schetst Geert.
De Joodse buurt, waarvan de Folkinge de hoofdstraat vormde, was als een dorp. “Er wordt wel eens gezegd dat als je alle huizen waar mensen met een onderlinge band woonden verbindt met een draad, je een onontwarbare knoop krijgt. De een woonde dan hier en dan daar, werkte voor de een of was familie van de ander.”
Geerts huis werd in 1910 vernieuwd door de familie Nieweg. De familie verhuisde later naar een groter huis verderop in de Folkingestraat. Geert ontmoette in zijn studententijd de zoons Nieweg, die geëmigreerd waren naar Amerika en zo aan de Holocaust ontkwamen. “Zij zijn in dit huis geboren rond 1900-1910. Daarna verhuurde de familie het pand, dus er woonde van alles hier.”
Toen Geert zijn huidige woning betrok, ontdekte hij dat er in 1941 een meisje was geboren in zijn huis: Liny Woltjer. “Het enige dat we wisten was dat zij de oorlog had overleefd. Verder was er niets bekend, maar ik ben altijd op zoek geweest naar Liny. Het enige dat ik na driekwart eeuw nog meende te kunnen doen, was haar de kans geven om haar geboortehuis te zien.”
Een aantal jaar later besloot Geert een oproepje te doen op Facebook. “Ik kreeg een reactie van een familielid! Hij gaf me haar postadres. Ik stuurde direct een kaart met het adres in de Folkinge, zodat ze wist waar dit vandaan kwam. Ik schreef dat we elkaar niet kennen, maar dat ik haar wil laten weten dat ze altijd mag langskomen.”
“Ik kreeg een kaart terug dat dat het nooit in haar was opgekomen, maar dat ze nu ze het wist heel graag wilde langskomen. We schreven wat heen en weer en belden elkaar. Dat is nu twee jaar geleden. Ze vertelde me van alles en ze zei: ‘Je mag me alles vragen.’”
Daardoor ontwaarde Geert de geschiedenis van het gezin Woltjer steeds verder. In mei 1940 begonnen de jonge, pasgehuwde Sam en Roos hun leven in de Folkingestraat. Ze openden een slagerij en kregen in 1941 dochter Liny.
Sam Woltjer was een getalenteerde atleet en won vele wedstrijden. Hij hielp waarschijnlijk de bakker met het bezorgen van brood. In de synagoge hangt een foto waarop Samuel staat met een fiets en een rieten mand. Liny weet nog dat ze heel graag bij haar vader in zo’n mand op de fiets zat. Moeder Roosje was een grapjas. Een charismatische vrouw, die hele groepen mensen aan het lachen kreeg. “Echt een performer, zoals we dat nu zouden noemen.”
Toen de oorlog uitbrak en de Duitsers in Groningen de anti-Joodse maatregelen steeds verder aanscherpten werd de situatie verontrustend. Sam en Roosje besloten hun dochter Liny te laten onderduiken. Liny zat gedurende de rest van de oorlog op verschillende adressen ondergedoken.
Sam en Roosje Woltjer werden slechts twee dagen later verraden en op transport gezet. Roosje Woltjer overleefde de oorlog en werd bevrijd uit Theresienstadt. Door zich met een vriendin als Tsjech voor te doen, hoefden ze niet op repatriëring te wachten. “Ze liepen het kamp uit, de vrijheid in. Ze zijn helemaal teruggelopen naar Nederland, zonder eten, geld of bescherming. Het was een afschuwelijke, gevaarlijke tocht. Het was een inferno van puin, slachtoffers en gedesoriënteerde krijgers.”
Sam kwam via Westerbork en Theresienstadt in 1944 terecht in Tschechowitz, een nevenkamp van Auschwitz. Samuel Woltjer werd begin 1945 bij de massa-executie van zijn barak vermoord.
Liny heeft haar vader nog één keer gezien. Sam werkte in Westerbork in de keuken en mocht zodoende zijn messen laten slijpen in Groningen. Op zo’n tocht regelde het verzet korte ontmoetingen. Liny herinnert zich een emotioneel weerzien met haar vader bij mensen thuis.
Na de bevrijding haalde Roosje haar dochter op bij het onderduikadres. “Dat hadden ze slim bedacht: de onderduikmoeder heette mammie en Roosje was moeder. Zo raakte Liny niet verward toen Roosje terugkwam.”
Na de oorlog kregen Roosje en Liny een andere woning toegewezen en kwamen nooit meer terug in de Folkingestraat. “Daar was ook weinig behoefte aan, want de Folkinge was na de oorlog ontzield”, vertelt Geert droef. “Het huis werd na de oorlog gebruikt om kruiwagens op te slaan, die overdag werden ingezet voor het afvoeren van al het puin. Groningen lag natuurlijk ook in puin.”
Liny keerde dus nooit terug naar de Folkingestraat. Tot twee jaar geleden: 78 jaar later kwam ze eindelijk terug in haar geboortehuis, samen met haar kleindochter. Na de brieven en telefoontjes maken Liny en Geert een afspraak. “Ze gingen eerst naar haar onderduikadres en daarna kwamen ze hier. Ik kreeg een appje dat ze eraan kwamen. Dus ik liep ze vast tegemoet. Dan kijk je elkaar aan en denkt: zij moet het zijn. Zij dacht het ook. Dat was heel bijzonder en mooi.”
Het werd een emotionele, dierbare dag, die begon bij binnenkomst in het huis in de Folkinge: “Ze kwamen in de jaren veertig door die deur en verlieten het huis ook weer door die deur. Ze leefden onder dit dak. Ik zei tegen Liny: ‘De trapleuning is van 1910. Dus die leuning, die trap, die hebben jullie aangeraakt.’ Dat emotioneert, natuurlijk.”
Geert troostte Liny met de volgende woorden: “Dit is de plek waar je ouders en jij heel gelukkig waren. We kunnen er zeker van zijn dat toen ze door deze deur het huis verlieten, ze geen idee hadden van wat hen ging overkomen.”
Voor Geert was het ook een bijzondere dag. “Verschrikkelijke mensen hebben zo hun best gedaan om het Joodse volk helemaal uit te vegen. Dat Liny na driekwart leven met haar familie terugkeert naar dit huis, betekent dat het hen niet gelukt is. Ze hebben je verjaagd en nu kom je in volle vrijheid terug met je nageslacht.”
De buurt denkt hier hetzelfde over. “De buren reageerden erg enthousiast toen ze hoorden dat er een verloren dochter van de Folkingestraat terugkwam.” Liny en haar familie zijn dan ook altijd welkom in de Folkinge. Zij en Geert hebben regelmatig contact. Liny woont in Amsterdam, waar ze rondleidingen in het Joods Cultureel Kwartier geeft, en waar ze Geert met zijn familie ontving. Ze appen elkaar wekelijks.
Geert ziet zijn zoektocht naar Liny als eerbetoon aan de geschiedenis van zijn huis, maar ook aan een generatie die bijna weggevaagd was. “Maar”, zegt Geert hartstochtelijk, “dat is ze niet gelukt. De tijd kun je niet terugdraaien, al zou ik het Liny zo gunnen. We kunnen de misdaden niet ongedaan maken, maar wel proberen sommige dingen recht te zetten. De Folkinge blijft. Wij zijn slechts voorbijgangers.”
Geert laat het laatste wijze woord aan Liny. “Als iemand het kan zeggen, is zij het! Volgens Liny moeten we alert blijven. Met de bevrijding verdween de haat niet. Die lijkt juist weer toe te nemen en het wordt normaler om haat te uiten. En daar begon het allemaal mee.”
In onze gids
Populaire rubrieken