Op de Goudse warenmarkt: ‘Dit is mijn gezonde verslaving’
Als klein jochie hielp Herman Bos (29) zijn vader met het oplappen van oude fietsen. Een bandje plakken, een standaardje…
“De Noot is groot in onze familie,” grapt Jiska, “Zelfs mijn zoontje van zes roept al dat hij later notenboer wil worden.” Jiska zelf behoort tot de derde generatie notenverkopers. “Mijn opa en oma verkochten hun noten al in de jaren 60,” vertelt ze, “Een jaar of dertig geleden besloten ook mijn ouders hun eigen kraam te starten. Gewoon, vanuit huis. In de keuken stonden ze de zakjes met rijstcrackertjes af te wegen. En dan gingen ze op zaterdag met het aanhangertje achter de gezinsauto naar de markt.”
“Uiteraard hielpen mijn zus, broer en ik al jong mee,” vertelt Jiska verder. “Toch drongen onze ouders eropaan dat we gingen studeren wat we leuk vonden. Er zou altijd een plek voor ons zijn op de markt, maar dat diploma moesten we halen.” Jiska werd activiteitenbegeleider en werkte een aantal jaar met rugzakkinderen. “Dat was mooi werk, maar ik nam het té veel mee naar huis,” herinnert Jiska zich. Toen duidelijk werd dat ze dat niet kon volhouden, stelde zij haar vader voor om wat meer voor hem te gaan werken. “Dat was een heel waardevolle tijd: ik werkte fulltime met mijn beide ouders en leerde goed met hen samen te werken. Niet zoals je als kind voor je ouders werkt, maar als volwassen mét elkaar. Inmiddels heb ik de kraam helemaal overgenomen, maar ik vind het nog steeds fijn als ze even langskomen op de markt of in het pakhuis. Gezellig kletsen met mijn moeder terwijl we de rijstcrackertjes afwegen.”
Lees verder onder de foto >
Jiska heeft geen spijt van haar terugkeer naar de markt: “Het is een hele prettige, geborgen omgeving,” vindt ze, “Iedereen kent elkaar, we letten op, helpen elkaar als dat nodig is. Een voorbeeld? Nou, toen ik nog op kramen stond en er was een harde wind vlogen de zeilen nog wel eens de lucht in, en dan kwamen de jongens van de groentekraam direct aanstuiven. Samen hadden we die spanbanden zo weer aangetrokken.” Ook bij personeelsproblemen kunnen de verschillende kramen op elkaar rekenen. “Bij het dierenvoer hadden ze laatst te weinig personeel, dus toen is een van mijn meiden daar even gaan helpen. Zie je: we dúrven elkaar ook om hulp te vragen, omdat we weten dat we op onze collega’s kunnen rekenen. Dat voelt goed: we maken die markt samen.”
Gezellig kletsen met mijn moeder terwijl we rijstcrackertjes afwegen
“Ik sta hier vooral voor de mensen,” denkt Jiska, “Ik heb het leuk met mijn team, mijn collega’s en natuurlijk ook met mijn klanten.” Tijd voor een praatje is altijd wel te maken. “Voor sommige mensen is dat praatje de voornaamste reden om naar de markt te komen. Maar ik vind het ook fijn om mijn kennis te kunnen delen.” Jiska heeft zich altijd voor voeding geïnteresseerd. Daarbij houdt ze van koken en probeert ze graag lekkere, nieuwe recepten uit. “Ik vind het leuk om mee te denken met klanten die hun voedingspatroon willen veranderen of die de juiste noten zoeken voor hun recept. We krijgen ook regelmatig succesrecepten van onze klanten. Soms mogen we zelfs proeven, zoals laatst een stukje zelfgemaakte amandelspijs. Om bij de thee te proberen, heel lief. En lekker!”
Lees verder onder de foto >
Aan de kraam is duidelijk merkbaar dat er meer aandacht is voor voeding. “De mensen eten bewuster, eten geen of minder vlees. Vanwege het hoge eiwitgehalte zijn noten prima vleesvervangers,” weet Jiska, “En daarnaast zijn ze natuurlijk ook heel lekker.” In haar ruime verkoopwagen stalt ze wekelijks zo’n 170 producten uit: rauwe en gebrande noten, zuidvruchten, en natuurlijk de dop- en suikerpinda’s. “Alle noten branden we ter plekke op de markt. Daar zijn we een van de weinigen mee, net als met onze zelf gebrande doppinda’s. Zelfs de suikerpinda’s maken we nog zelf. Dat is een rotklus, maar ze zijn toch echt heel veel lekkerder dan die van de leverancier.” Jiska knipoogt: “Het hoeft niet altijd gezond hè?”
In onze gids
Populaire rubrieken