Op de Goudse warenmarkt: ‘het contact met mijn klanten zal ik wel missen’
Na 49 jaar is het mooi geweest: op zaterdag 28 januari zette Panc Eikelenboom (71) een punt achter zijn lange…
“Leren was gewoon mijn ding niet,” geeft Olof toe, “Ik zag het nut niet van naar school gaan. En ja, op je zestiende denk je toch al dat de hele wereld tegen je is. Een lieverdje was ik dus niet.” Olof maakte zijn school niet af en ging fulltime op de markt werken toen hij zestien was. “Daar kon ik me nuttig maken en leerde ik me gedragen. Ik moest wel, want ik moest ervan leven.”
Na een paar jaar besloot Olof zijn eigen aardappelhandel te beginnen. “Ik wilde iets van mijn leven maken en had intussen zo mijn eigen ideeën over het werk. Mijn baas heeft me toen op weg geholpen. Ik mocht bij hem in de loods, en hij hielp me aan wat marktplekken.” Zo’n kruiwagen heb je nodig, denkt hij, “Ook als je alles zelf wilt doen, zoals ik.” Plekken op de markt waren in die eerste jaren nog niet zo eenvoudig te vinden. “Ik kom uit de Hoekse Waard, waar het barst van de aardappelhandelaren. Op de markten in de buurt was voor mij als nieuweling dus geen plek.” Gelukkig kon hij in Dordrecht wel terecht. Olof lacht: “Ik had nog niet eens een rijbewijs! Die eerste tijd heeft mijn oom me overal heen moeten rijden.”
Lees verder onder de foto >
Inmiddels heeft Olof zijn eigen wagen waarmee hij zes dagen in de week rond vijf uur van huis gaat. “Ik heb markten in Dordrecht, Zwijndrecht, Roosendaal en Gouda, dus moet nog steeds een eindje rijden. Ik maak lange dagen maar ben meestal wel om zes uur weer thuis,” vertelt hij. “Op weg naar huis heb ik dan al nieuwe voorraad ingeslagen: er zitten vier aardappeltelers vlakbij huis. Als ik thuiskom, zit het werk er ook echt op en heb ik tijd voor mijn gezin.”
Olof schat dat hij zo’n 80-90 uur per week aan het werk is, maar de markt is die inspanning waard. “Het vrije leven trekt me heel erg,” zegt hij, “Ik hoef aan niemand verantwoording af te leggen en kan de dingen doen zoals ik het wil. Het liefst werk ik alleen, maar op zaterdag is het zo druk dat ik wel hulp kan gebruiken. Dan gaat mijn moeder mee.”
Op de markt word je als mens behandeld.
“Ook het contact met mensen vind ik heel mooi,” gaat Olof verder. Hij heeft veel vaste klanten die weer en wind trotseren voor hun wekelijkse portie piepers. Elke markt is anders, maar de meeste van Olof’s plekken zijn net zo gezellig als die in Gouda. “Je creëert dat ook een beetje zelf hoor, het zit ‘m in de manier waarop je met mensen omgaat,” denkt hij. Sommige klanten kennen Olof al jaren, daar kan hij wel een grapje mee maken. “Maar ook mensen die de supermarkt gewend zijn, kunnen een praatje wel waarderen. Op de markt ben je geen nummer, je wordt hier als mens behandeld.”
Lees verder onder de foto >
Olof’s aardappelen koopt hij bij de aardappeltelers uit de Hoekse Waard. “Ook de uien, peulvruchten en chips komen bij mij uit de buurt. Eigenlijk haal ik alleen de zoete aardappelen, knoflook en gember uit het buitenland.” Frieslanders, Bildstars, Nicola’s… Olof schept met plezier de zakken vol. “Ik kan dit nog jaren blijven doen,” verzekert hij ons, al ziet hij wel uitdagingen voor de markt. “Thuis zie ik hoe alle regels het de boeren moeilijk maken. Ze durven niet meer te investeren in hun bedrijf of stoppen er helemaal mee. Uiteindelijk brengt dat mijn aanvoer in gevaar, of jaagt het mijn prijzen omhoog. En dat is maar een van de uitdagingen waar we als marktlui mee te maken hebben. Als we de markt willen behouden, zullen we onszelf steeds opnieuw moeten uitvinden. Spannend, maar niet onmogelijk. Ik heb er wel vertrouwen in.”
In onze gids
Populaire rubrieken