Mysterie opgelost: hier diende de kelder bij Kasteel Hoekelum voor
In het bos van Landgoed Hoekelum, vlakbij het kasteel, is een mysterieuze kelder te vinden. Voer voor spannende verhalen natuurlijk, maar waar diende deze kelder echt voor?
Een kort paadje brengt je naar een stenen poort met ijzeren hek. Je kunt door de spijlen van het hek heen kijken, maar het enige wat je ziet is duisternis. In de kelder is het pikkedonker.
Voorloper van de diepvries
Zaten er mensen ondergedoken vroeger? Was het een gevangenis? Nee, het antwoord is een stuk minder spannend: dit was vroeger een ijskelder. Voor er diepvriezers en koelkasten bestonden, lieten veel welgestelden bij hun buitenplaats (Kasteel Hoekelum is eigenlijk geen kasteel maar een buitenplaats) een ijskelder bouwen. In de winter hakte de tuinman ijsblokken uit de vijvers op het landgoed. Deze blokken werden in de ijskelder opgestapeld en overgoten met water. Zo ontstond één groot, compact blok ijs. In de zomer genoot de eigenaar van de buitenplaats van gekoelde wijn, vlees, fruit of groenten.
Hoe bleef het ijs koud?
In sommige ijskelders kon het ijs twee zomers bewaard worden. Dat komt doordat een dikke laag aarde de kelder isoleerde, waarop er schaduwrijke bomen op en omheen werden geplant. De dikke bakstenen muren en eventuele spouwruimtes werden met turf geïsoleerd. Vaak had de kelder twee deuren om zoveel mogelijk warme lucht buiten te sluiten. Smeltwater werd afgevoerd via goten of liep in de grond weg. Vochtige lucht werd afgevoerd via ventilatiegaten.
Overigens heeft de ijskelder in dit tijdperk vol vrieskasten nog steeds een doel: er overwinteren vleermuizen. De gerestaureerde ijskelder van Hoekelum is een fijn winterverblijf voor ze.