Dordtse Lenie had een belangrijke taak tijdens WOII en dat kwam haar familie duur te staan
Jip is onze columniste. Ze schrijft over bijzondere, opvallende en grappige dingen die ze meemaakt. Deze keer dook ze de…
Jip is onze columniste. Ze schrijft over bijzondere en opvallende dingen die ze meemaakt. Deze keer sprak ze met Joop van Helden (92) over zijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog.
Om meer over de Tweede Wereldoorlog te leren, is Museum 1940-1945 aan de Nieuwe Haven de aangewezen plek. Hier ontmoet ik Joop van Helden. Hij is 92 jaar, sinds kort weduwnaar en een rasechte Dordtenaar, zo vertelt hij. Hij woont in Dubbelmonde op Dubbeldam en heeft het daar prima naar de zin. Sinds 1989 is hij vrijwilliger bij het Museum 1940-1945. Volgens zijn collega’s is Joop HET museum, maar gezien zijn hoge leeftijd heeft hij besloten het iets kalmer aan te gaan doen.
Zodra Joop met de taxibus arriveert, gaat hij op zijn vertrouwde plek achter de informatiebalie van het museum zitten. Hij moet even bijkomen van de reis en ik kijk ondertussen rond in het opnieuw ingerichte museum. Het blijft indrukwekkend om alle voorwerpen te zien uitgestald.
Met een kop koffie in de hand vertelt Joop dat hij elf jaar oud was toen de oorlog uitbrak. Hij was de middelste uit het gezin van zes kinderen en woonde toen op het Land van Valk. “Wat er die eerste dag gebeurde is niet te beschrijven. De Duitse bezetter kwam uit de lucht vallen en begon direct te schieten. Ze hingen aan een parachute, maar wisten wij veel wat zo’n ding was. We hadden nog nooit zoiets gezien.”
De vader van Joop werd in de nacht van 9 op 10 mei opgeroepen en meegenomen omdat hij verzorger was bij het Rode Kruis. De moeder van Joop ging één keer per jaar met meerdere huisvrouwen voor een paar dagen op vakantie naar de Veluwe. Dit was precies tijdens deze dagen en Joop’s moeder mocht voorlopig niet terug naar huis. Vanaf dat moment moest Joop het, met zijn zes broers en zussen, alleen zien te redden. “En dat deed je gewoon”, vertelt Joop. Enkele weken na de uitbraak van de oorlog kon Joop’s moeder naar huis.
Je kunt verder lezen onder de foto’s >>
Hij had een groot rechtvaardigheidsgevoel. “Op een dag zag ik dat een Joodse jongen op straat in elkaar geslagen werd. Ik stroopte mijn mouwen op en sprong ertussen. Ik kreeg behoorlijk wat klappen maar die ander heeft er meer gehad van mij”, zegt hij terwijl er een grijns op zijn gezicht verschijnt.
Maar hiermee was het niet klaar voor Joop. De vechtersbaas kwam de volgende dag met twintig man verhaal halen. Ze waren lid van de Nationaal Socialistische Beweging. Een Nederlandse politieke partij die sympathiseerde met de Nazi’s. Joop moest vluchten en onderduiken. Vanaf 1942 kon hij zich niet meer op straat vertonen of naar school gaan, want hij werd gezocht. Hij dook in zijn eentje onder in de griend in de Dordtse Biesbosch en bouwde een hut voor zichzelf en overleefde op deze manier de Tweede Wereldoorlog. Soms ook door voedsel te stelen. “Ik vertel je dit, omdat het niet vergeten mag worden!”, sluit Joop zijn verhaal af.
Het verzetsmuseum is opgericht om de herinneringen aan de gebeurtenissen tijdens de oorlog, in Dordrecht en de regio, in stand te houden. Het museum is opnieuw ingericht en sinds vrijdag 29 april wordt de grote collectie gebruiksartikelen uit de oorlogsdagen, uniformen en wapens voor publiek gepresenteerd. Meer informatie vind je via de website.
Liefs van Jip
In onze gids
Populaire rubrieken