Janneke rijdt op de dierenambulance: ‘Het doet pijn als je een dier niet kunt helpen’

Afgelopen week klonk er een hoop geschreeuw voor de deur van de indebuurt-redactie. Een prachtige halsbandparkiet lag op zijn rug te krijsen van angst en pijn. Hij kon niet meer vliegen. We belden meteen de dierenambulance, maar die kunnen zelf ook wel wat hulp gebruiken. We spraken ambulancechauffeur Janneke.
Binnen een kwartier is de dierenambulance ter plaatse. Janneke Schwenke (39) vangt het arme diertje snel en voelt aan de slappe vleugel. “Die is helaas gebroken”, zegt ze, “Waarschijnlijk heeft ‘ie een tik gekregen van een auto. De dierenarts zal er naar kijken, maar ik ben bang dat hij een spuitje krijgt.” Geen goed nieuws dus.
Kleine Midas Dekkers
“Het is moeilijk om zulk nieuws te moeten brengen”, zegt Janneke, “Maar een wilde vogel moet kunnen vliegen om aan eten te komen. Als we de vleugel fixen, betekent dat sowieso dat de vogel niet meer kan vliegen.” Janneke woont sinds drie jaar in Den Haag en werkt precies een jaar op de ambulance in Den Haag. Een droom die uitkomt, want al als kind was ze dol op de natuur en op dieren. “Ik liep als een kleine Midas Dekkers door het stadspark van Maastricht.”
De oudste zus van Janneke liep toen al stage bij een dierenarts. “Ik ben er als klein meisje mee opgegroeid. Ik vond het heel interessant en mocht ook regelmatig helpen en assisteren in de kliniek. Heel leerzaam. Ik had dan ook de ambitie om dierenarts te worden, maar ik miste de ambitie om te studeren.”
Vrijwilliger dierenambulance
Ondanks dat ze niet studeerde, ging Janneke toch aan de slag met dieren. “Ik kon als vrijwilliger aan de slag op de dierenambulance in Sittard en Maastricht. Toen ik drie jaar terug in Den Haag kwam wonen, heb ik dus ook de ambulancedienst opgezocht en kon er aan de slag. Inmiddels niet meer als vrijwilliger, maar in vaste dienst.”
Vogels
Het werk op de ambulance in Den Haag is wel anders dan in het Zuiden. “Je hebt hier namelijk veel meer vogels. Zeker in het voorjaar en in de zomer ben je daar bijna de hele dag mee in touw”. En al doende leert men, want Janneke had meteen door waar en hoe de vleugel van de groene halsbandparkiet gebroken was. “Ik kan inmiddels heel goed inzien hoe een dier geholpen kan worden, maar mijn taak is eigenlijk vooral de zieke of gewonde dieren ophalen met de bus. De beslissing hoe én of een dier geholpen wordt, ligt bij de dierenarts. Zelfs wanneer een dier overleden is, ben ik niet degene die dat vaststelt.”
Heftig
“Het werk is ook best intens. Er zijn zaken die me extra raken, zo was er eens een kauwtje dat vastzat op 14 hoog tussen twee gevelplaten. Hoe kom je daarbij? Dat zoiets dan toch lukt, dat is een heel bijzondere ervaring. En het werk houdt me flink fit. Ik klim regelmatig in bomen voor een kat of spring in de sloot, dus ik heb geen sportschool nodig.”
Geld
“We zijn er om dieren te helpen, maar dat kost flink geld. Veel mensen denken dat we subsidie krijgen om ons werk te doen, maar dat is minimaal. Als een ambulance uitrukt kost dat al zo’n veertig euro, en dat is niet kostendekkend. En een groot deel van de ambulance-uitrusting moet écht vernieuwd worden. Pas probeerde ik een zwaan te vangen met een speciale haak en die ging stuk, dat is voor een dier dan ook extra stressvol, want als ik terugkom om ‘m nog eens proberen te vangen, dan weet hij ook dat het foute boel is. Dat moet in één keer goed gaan, want het doet pijn als je een dier niet kunt helpen.”
Gemiddeld rijdt de ambulance wel 50 keer per dag, dus de spullen worden goed gebruikt. “Het doel is om de vijf dierenambulances, de ‘strand- en duinwagen’ en de kleinere kattenauto uit te rusten met nieuwe chipreaders, slangenhaken, vervoerskratten en veiligheidshandschoenen. Dus we kunnen financiële hulp goed gebruiken.”
Wil je de dieren in Den Haag helpen? Ga naar de website van dierenambulance Den Haag.