Mylène woont aan de Koornmarkt: ‘Ik heb geen tv nodig, buiten valt genoeg te zien’

Mylène is een echte geluksvogel: ze woont in een studio op de hoek van de Peperstraat en de Koornmarkt. Toplocatie, dus! Ze is er dan ook (verrassing!) heel blij mee: “Mijn huis is dé plek waar we met vrienden afspreken, want mijn tafel is groot genoeg voor spelletjes én ik woon op kruipafstand van de Kromstraat.”
Dat Mylène hier terecht kwam, was eigenlijk een kwestie van stom geluk. “Ik woonde in Brabant, maar wilde dolgraag terug naar mijn geboortestad Delft. Toen ik dit appartement tegenkwam, heb ik metéén de makelaar gebeld. Bleek dat hij nog maar tien minuten online stond. Ik ben gelijk gaan kijken en aan het einde van de dag had ik het appartement.”
Altijd op de eerste rang
Ze heeft er nog geen seconde spijt van gehad. “Het is een heerlijke plek. Het is onwijs zonnig door alle ramen, heeft mooie oude details en er is áltijd wat te zien. In het weekend en ’s avonds zet ik geen tv aan, maar vermaak ik me uitstekend door simpelweg naar buiten te kijken. Ik zie vaak bekenden fietsen of vermaak me met mensen die niet kunnen inparkeren, haha. Ook met carnaval en de intocht van Sinterklaas zit ik op de eerste rang.” Soms zorgt dit er voor dat Mylène mensen in nood kan helpen: “Laatst hoorde ik midden in de nacht iemand ‘help, help’ roepen. Bleek het een dronken student te zijn die in de gracht was beland. Ik heb de ambulance gebeld, die hem heeft gered.”
Heel veel planten
De inrichting van Mylène’s huis is naar eigen zeggen een ‘allegaartje’. “Als ik het opnieuw zou mogen inrichten, zou ik een andere vloer kiezen en een donkerdere bank. Verder zou ik íets minder planten neerzetten. Dat is een beetje uit de hand gelopen: elke keer zie ik een plantje en denk ik: die neem ik mee. Het probleem is alleen dat alles hier keihard groeit, haha.”
Nooit meer weg
In Mylènes huis zien we ook wat Delftse details: zo is het Melkmeisje van Vermeer vertegenwoordigd en staat er een plattegrond van Delft. “Dit is een overblijfsel uit mijn tijd in Brabant. Ik miste Delft zó erg, dat ik deze heb gekregen. Nu ik weer in de stad woon, laat ik ‘m lekker staan. Maar ik ga nooit meer weg uit Delft!”