Binnenkijken bij Historisch Joris, het rijksmonument aan het ‘Gekkenlaantje’

Nog voordat Delft de ‘stinkstad’ werd genoemd, vanwege de voor Delvenaren oh zo bekende geur van gist, stond Delft bekend als de ‘gekkenstad’. Tot aan de 19e eeuw werden ‘de gekken’ in de stad in een dolhuis gestopt, maar vanaf de 19e eeuw werden ze naar het Sint Joris Gasthuis gestuurd. Gastredacteur Willianne van der Sar nam een kijkje het bijzondere, historische gebouw.
Het Sint Joris Gasthuis buitengesticht werd in 1893 gebouwd aan de Oostsingel, nadat de Krankzinnigenwetten in 1841 en 1884 werden ingevoerd. Deze nieuwe wetten moesten de verpleegomstandigheden van geesteszieken verbeteren. Een verbetering was het: er werd rust, reinheid en regelmaat geboden. Tegenwoordig is Historisch Joris een museum. Met de kennis van nu kijken we wel heel anders naar die ‘rust en regelmaat’ en de eng uitziende oude voorwerpen die daarvoor gebruikt werden.
Historisch Joris
Ik word rondgeleid door Cor, een van de enthousiaste vrijwilligers van museum Historisch Joris. Hij volgde hier in de jaren ’60 zelf een interne opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige. Dit prachtige pand is een ontwerp uit 1893 van M. A. C. Hartman, dezelfde architect van de Watertoren.

Cor wijst naar de ingemetselde mannen- en vrouwenkoppen aan weerszijde van de buitengevel. Het verwijst naar de strikt gescheiden verpleging in die tijd: de mannen rechts en de vrouwen links. Achter het hoofdgebouw lagen paviljoens met werkplekken, slaap- en verpleegzalen. Het terrein van het gasthuis was enorm en liep van de Oostsingel tot waar nu de A13 ligt. Het was een klein zelfvoorzienend dorp met eigen bakker en een boerderij. Als arbeidstherapie werkten de patiënten in het dorp. Via het ‘Gekkenlaantje’ aan de Oostsingel kwamen ze door de boomgaarden het terrein op. Veel van hen kwamen er nooit meer van af.
Een mooie kapel en enge objecten
Ik ben zelf opgegroeid in de buurt van het Joris, zoals dat afgekort werd genoemd. Ik was gewend aan ‘vreemde figuren’ die een wandeling door de straten maakten en aan een enkeling die voor zich uit staarde terwijl ik ’s winters met broer en zus op de vijver in het Jorispark schaatste. Ik weet dat in de oude psychiatrie tot in de 20ste eeuw verschillende dwangmiddelen werden gebruikt. Ik stel de confrontatie nog even uit en vraag Cor naar het mooiste museumobject.

We lopen daarvoor de charmante kapel binnen. Hier worden nog geregeld oecumenische diensten voor cliënten van GGZ Delfland gehouden. “Deze zijn vrij toegankelijk, je kunt zo naar binnen lopen,” zegt Cor terwijl we voor een antiek dressoir staan. Hij opent de kastdeurtjes en de klep en er komt een klein orgel te voorschijn. Het object is gemaakt in 1806 en is een zogenaamd ‘kabinetorgel’. Het verhaal gaat dat dit type huisorgel achter deurtjes kon worden weggewerkt. Dat deden ze om de belasting op muziekinstrumenten die door Napoleon was ingevoerd, te kunnen ontduiken.
Als Hannibal Lecter

Voor de engere objecten lopen we naar de museumzaal boven. Ik zie een laken hangen waarvan de randen met metalen ringen zijn afgezet, in het midden een gat en een lange opening die met een veter is dicht geregen. Cor legt uit dat het een zeil is die over een bad werd getrokken, door het gat werd het hoofd gestoken. Dit waren de zogenaamde permanente baden in lauwwarm water waar patiënten soms uren of dagenlang in lagen. Men geloofde dat het kalmerend werkte. Daarnaast hangt een soort mummiepak waarin onrustige patiënten strak werden ingesnoerd, de zogenaamde dwangbuis. Vervolgens lopen we naar een vitrine waarin ik griezelige maskers zie liggen die mij doen denken aan Hannibal Lecter. “Agressieve patiënten moesten deze maskers dragen zodat ze hun verzorgers niet konden bijten of bespugen”, legt Cor uit en hij benadrukt dat deze behandelingen gezien moeten worden in het tijdsbeeld. We lopen langs het ‘dekselbed’ waarin patiënten werden opgesloten, weer naar beneden.
Koffie en een wandeling door ‘Park Klein Veluwe’
Het is een zonnige middag wanneer ik het museum weer verlaat. De stoeltjes en tafeltjes staan buiten voor de deur. “Iedereen is welkom in de Tearoom voor een kopje koffie met appeltaart uit eigen keuken”, zegt Cor. In het Park Klein Veluwe achter het hoofdgebouw kun je bovendien heerlijk wandelen. Historisch Joris is een indrukwekkend museum over de geschiedenis van de psychiatrie dat zo verweven is met de geschiedenis van Delft. De vrijwilligers van het museum geven een gratis rondleiding, wel op afspraak, dus eerst even mailen!