Wát een verschil: 10 x foto’s van de spoorzone van lang geleden
Er is de afgelopen jaren véél veranderd rondom de Phoenixstraat, Westvest en Wateringsevest. Je kunt je waarschijnlijk al bijna niet...
Het spoor is tegenwoordig niet meer weg te denken uit onze stad. De trein rijdt hier dan ook al sinds 1847. Toen kreeg Delft een station aan de eerste spoorbaan van Nederland tussen Amsterdam en Rotterdam. Rond de aanleg van dit spoor gaat een opmerkelijk verhaal. Door een paar dwarse ondernemers moest de trein zich letterlijk in rare bochten wringen.
In 1840 liet de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) aan de gemeente de eerste plannen zien voor een treinbaan bij Delft. Het spoor moest een stukje buiten de stad komen, ter hoogte van de huidige Krakeelpolderweg. Deze grond hoorde toen niet bij Delft, en de gemeente zag de trein liever dichter bij de stad rijden. Daarom boden ze de HIJSM een strook grond vlak buiten de stadswal aan, op de plek waar de trein nu nog rijdt (sinds een paar jaar ondergronds, natuurlijk). Dat dit later tot veel verkeershinder zou leiden, werd toen nog niet voorzien. Wel had de spoorwegmaatschappij een ander probleem.
Om de trein door te laten rijden richting Rotterdam, moest de HIJSM een deal sluiten met de herbergier Jacob van der Gaag. Deze man bezat een stuk grond net voorbij de tegenwoordige Zuidwal: ‘het Laantje van van der Gaag’. Dit wilde hij alleen verkopen voor een flinke som geld. Met juridische stappen en onderhandelingen probeerde de HIJSM hem op andere gedachten te brengen. Dit bleek niet eenvoudig, omdat een andere ondernemer zich ermee ging bemoeien: Aernout Hendrik van Wickevoort Crommelin.
De Haarlemse zakenman Van Wickevoort Crommelin had nog een appeltje te schillen met de HIJSM. In 1842 had hij een stuk grond bij Heemsteden verkocht aan de spoorwegmaatschappij. In ruil daarvoor wilde hij op die plek een station hebben, maar volgens de HIJSM kon de trein tussen Haarlem en Leiden nergens stoppen. Van Wickevoort Crommelin legde zich hierbij neer, tot hij ontdekte dat de trein op vijf andere plaatsen wel stopte. Om de spoorwegmaatschappij terug te pakken, kocht hij het betwiste stuk grond bij Delft. De HIJSM kon de grond van hem kopen, zei hij, in ruil voor een station bij Heemstede. De spoorwegmaatschappij ging niet akkoord, maar nam een opvallende beslissing. Als ze niet over de grond heen konden, gingen ze er omheen.
In 1847 was de hele spoorbaan tussen Den Haag en Rotterdam klaar, met uitzondering van het ‘Laantje van van der Gaag’. Daarom besloot de HIJSM om op die plek een ‘hulpspoor’ aan te leggen. Met een paar flinke bochten zou de trein om het betwiste stukje grond heenrijden. Dit kreeg de bijnaam de Kromme Lijn. Op 3 juni reed de eerste passagierstrein over het traject. Dit was behoorlijk riskant. Door de scherpe bochten kon de trein eenvoudig van de rails raken en er moest een extra locomotief aan te pas komen om de wagons veilig over het spoor te manoeuvreren.
Voor Van Wickevoort Crommelin was het duidelijk dat de spoorwegmaatschappij niet zou toegeven. Om een mogelijke treinramp te voorkomen, stond hij het Laantje van Van der Gaag af. De HIJSM nam het dankbaar aan en legde de spoorbaan direct recht. Het hulpspoor had een flink bedrag gekost en is slechts vijf dagen gebruikt. Tegenwoordig zie je deze opvallende anekdote uit de Delftse geschiedenis terug in de straatnamen tussen de Zuidwal en de Hooikade. Hier vind je de Crommelinlaan en de Laan van van der Gaag.
Bron: Spoorzoekers.net
Dit artikel verscheen eerder op indebuurt, in november 2019.
In onze gids
Nu geopend
Nu geopend
Nu geopend
Populaire rubrieken