Peter is voorzitter van de Delftse voedselbank: ‘Ik krijg brieven binnen waarvan je tranen in je ogen krijgt’

Nu de kerst voor de deur staat, is het goed om stil te staan bij de mensen die het moeilijk hebben. Zo’n 800 Delftenaren zijn voor hun eten wekelijks afhankelijk van een pakket van de voedselbank. Peter Vogelaar (66) is de voorzitter van het bestuur van Voedselbanken Delft. “Het mooie aan dit goede doel is dat bijna iedereen weet wat we doen.”

Peter is nu twee jaar voorzitter van Voedselbanken Delft. “Ik ben gevraagd door een ander bestuurslid die ik kende via de Lions Club. Dat is een zogeheten serviceclub waar je je inzet voor goede doelen. Diegene wist dat mijn werkzame leven er bijna opzat en vroeg of ik voorzitter wilde worden. Ik ben altijd ondernemer geweest, dus dat paste wel bij mij. Een van mijn taken als voorzitter is ons vertegenwoordig op andere plekken, zoals bij Voedselbanken Haaglanden waar wij onder vallen.”

Schijf van vijf

Voedselbanken Delft heeft nu acht uitdeelpunten van waaruit ze mensen in Delft, Pijnacker-Nootdorp en Midden-Delftland helpen. Daarnaast hebben ze een distributiecentrum aan de Schieweg waar al het eten wordt verzameld en gesorteerd. “Veel van ons eten komt tegenwoordig van grote bedrijven zoals supermarkten via voedselbanken Haaglanden”, vertelt Peter. “Maar, er komen ook nog steeds mensen een tas boodschappen bij ons brengen. Ook daar zijn we blij mee, want alle beetjes helpen.”

“Vroeger hadden we enkel houdbare producten zoals pasta, maar er komt steeds meer verse groente en fruit binnen”, vertelt Peter verder. “We willen in ons pakket de hele schijf van vijf aanbieden. Als we vlees binnenkrijgen, vriezen we dat in zodat het langer houdbaar is. Met financiële donaties kopen we af en toe iets extra’s voor onze klanten zoals een stuk kaas of nu voor ons kerstpakket een kipfilet. Vanaf januari gaan we maandelijks ook menstruatiemiddelen aanbieden. Dat is wel nodig. We weten dat er ouders zijn die niet eten om voor hun tienerdochter maandverband te kunnen kopen.”

Klanten

De Delftse voedselbanken helpen momenteel ruim 300 gezinnen en in totaal zo’n 800 tot 900 mensen. Dé voedselbankklant bestaat niet volgens Peter. “Mensen komen om allerlei redenen bij ons terecht. Het kunnen verslaafden of asielzoekers zijn, maar er zijn ook kleine ondernemers bij die opeens hun opdrachtgever verliezen en daardoor in de financiële problemen komen. We verwachtten dat het aantal klanten door de pandemie flink zou toenemen, maar dat is nog niet gebeurd. Enerzijds is het mooi als er minder klanten zijn. Anderzijds denken we dat er ook mensen zijn die wel voor onze hulp in aanmerkingen komen, maar die uit schaamte of angst niet naar ons toekomen.

“Het is trouwens een misvatting dat de voedselbank bedoeld is voor mensen in de bijstand”, legt Peter verder uit. “Mensen met een uitkering zitten vaak al boven de inkomensnormen die wij hanteren. De voedselbank biedt echt noodhulp voor mensen die zwaar in de problemen zitten. De meeste klanten zijn zo’n negen maanden bij ons. Als ze weer weg gaan, zijn ze vaak heel dankbaar. Ik krijg brieven binnen daarvan springen de tranen je in de ogen. Eén klant nam een reep chocola mee voor alle vrijwilligers. Dat is hartverwarmend, want ook mensen die bij ons weg gaan hebben nog weinig te besteden.”

Vrijwilligers

Wat de voedselbank volgens Peter zo bijzonder maakt, is dat iedereen die ervoor werkt dat vrijwillig doet. Zelfs de voorzitter van Voedselbanken Nederland krijgt niks betaald. “Juist daardoor zie je dat alle vrijwilligers heel gemotiveerd zijn. Als er een extra lading gesorteerd moet worden, zijn daar altijd mensen voor te vinden. Onze klanten rekenen op ons, dus we kunnen niet een weekje overslaan omdat het slecht weer is. Toen de pandemie begon hebben we elkaar wel even aangekeken, maar ook toen zijn we ondanks de risico’s doorgegaan.”

“Zelf doe ik dit ook omdat ik het belangrijk vind om iets terug te doen voor de samenleving.”, zegt Peter tot slot. “Ik heb een goed leven gehad. Het is voor de balans in je leven mooi dat je hard werkt en dat je daarnaast iets doet voor de mensen die het moeilijk hebben.”