Doris van Iperen: ‘De rock ’n roll mag van mij wel terugkomen in Delft’

Als je regelmatig naar bandjes gaat kijken in Delft, heb je Doris van Iperen geheid een keertje op het podium zien staan. Ze speelt in meerdere bands en is vanaf haar geboorte ondergedompeld in de Delftse muziekwereld.
Delftse geschiedenis
“Allebei mijn ouders waren toen ik geboren werd al actief in de muziek hier in Delft. Mijn vader zat een lange tijd in de band Les Kingo Star, met onder andere Theo Jansen”, vertelt Doris. “Ik ben opgegroeid in de Delftse muziekwereld, alle kinderen gingen altijd mee naar muziekmiddagen en optredens. Eigenlijk hadden wij als kinderen van muzikanten ook geen keus: als we op tour naar Frankrijk gingen werd er gezegd ‘jullie staan in het voorprogramma – succes hè!’”. Die ‘gedwongen’ muzikale opvoeding heeft zijn vruchten afgeworpen, want Doris speelt nu zelf in de band Sama Cosa met meerdere kinderen van de bandleden van vroeger. Ook speelt zij samen met haar vader in de ska/reaggae band BANG The Skillet.
“Alles in mij is Delfts”
Doris heeft altijd in de Delftse binnenstad gewoond en voelt zich erg verbonden: “Alles in mij is Delfts. Ik voel een hele goede band met de stad. Omdat ik hier ben opgegroeid en bijna al mijn familie hier woont, maar ook omdat ik alle verhalen van vroeger steeds van mijn ouders en vrienden van mijn ouders hoor. Delft heeft zijn hele eigen geschiedenis, zijn eigen wereldje. Als ik uit ga komen er vaak mannen van middelbare leeftijd op me af met ‘ik was zó verliefd op je moeder’. Ik vind het echt heel leuk dat zulk soort verhalen dan weer bij je terug komen.”
Rock ’n roll
De muziekscene voelt voor haar als een thuis, maar toch denk ze nog iets te missen: “Misschien romantiseer ik het wel te veel, maar uit alle verhalen blijkt dat het vroeger allemaal veel losser was. Geen gedoe met vergunningen en gageverklaringen, maar gewoon lekker spelen als je daar zin in hebt. Vroeger was je blij als er een band in jouw tent kwam optreden, nu mag je blij zijn als je als band ergens op mag treden. De rock ’n roll mag van mij wel een beetje terug komen”, zegt Doris.
Gelukkig vindt Doris die sfeer soms toch nog wel eens terug, bijvoorbeeld in haar favoriete kroeg De Klok: “In de Klok is de tijd stil blijven staan. Optreden daar is zo fijn en heeft dat losse sfeertje zoals ik denk dat het vroeger geweest is. Je bent altijd welkom en het publiek is altijd blij. Als mensen op het biljart gaan dansen, dan weet je dat je een goed optreden weggeeft.”
“In Café de Klok is de tijd stil blijven staan.”
Rode bakstenen
Ook qua woonsituatie blijft Doris dicht bij haar roots: zij woont weer in het huis waar zij ooit geboren is. Deze woongroep aan de Oude Delft loopt als een rode draad door Doris’ leven. “Ook nadat we verhuisden bleef ik hier heel vaak komen, want we kwamen nog vaak bij bandleden Job en Trudie over de vloer om muziek te maken. En later woonde er een vriendin uit de muziekwereld in mijn moeders oude kamer”, vertelt Doris. “Mijn moeder vindt het te gek dat ik weer in dit huis woon. Zij heeft ooit een muur afgebikt tot aan de mooie rode bakstenen. Ze blijft dat aan iedereen vertellen, maar inmiddels vertelt ook het meisje dat nu in ‘haar’ kamer zit dat mijn moeder dat gedaan heeft.”
Uit de bubbel
Hoe erg Delft ook als warm bad voelt voor Doris, soms dwingt zij zichzelf om hier uit te stappen: “Ik ben bezig met mijn studie fotografie en daar maak ik soms wel heftige dingen mee. Ik heb bijvoorbeeld bij de Sinterklaasintocht in Maassluis de extreem-rechtse demonstranten gefotografeerd. Die sfeer daar was zó naar. Maar het is goed om ook die kant van de samenleving te zien. Ik ben soms bang om in een staat van gemoedelijkheid terecht te komen door de Delftse bubbel waar ik in zit. Hier in de Delftse binnenstad is er natuurlijk relatief weinig ellende.”
Is er dan niets wat aan Delft beter kan? “Ja, zeker wel. Ik zelf ben heel tevreden maar ik hoor ook verhalen over mensen die financieel aan de grond zitten. Zij worden eerst compleet vernederd als ze om hulp vragen. Ze worden helemaal overhoop gehaald om te kijken of ze echt niets hebben. Maar dat is niet per se iets Delfts, dat speelt in heel Nederland”, zegt Doris. “En, nog iets: er moet meer gedanst worden.”