Danny ving deze zomer 7000 vissen op in zijn vissenasiel

Danny Stolk is een dierenliefhebber. Hij roept dat niet zomaar, maar voegt de daad ook bij het woord. Zo’n 60 uur per week is hij bezig in het enige vissenasiel van Nederland. Daarnaast werkt hij ook nog gewoon: “Er is voor vissen verder geen opvang, terwijl dat wel nodig is! Daarom doe ik het.”
Toen Danny veertien jaar geleden zijn eerste aquarium kocht om zoetwaterroggen in te doen, was het niet zijn plan om een vissenasiel te beginnen. “Tot ik Reinier leerde kennen. Hij was een oudere man die bij hem thuis vissen opving die anderen niet meer wilden hebben. Hij vertelde mij dat die visjes echt hulp nodig hebben, omdat ze anders gewoon in het riool of dood eindigen. Want voor de meeste dieren is opvang goed geregeld wanneer ze verwaarloosd worden of niet meer gewenst zijn”, vertelt Danny. “Maar voor vissen niet: die worden meestal gewoon dood gemaakt of aan hun lot overgelaten.”
Opvang in een varkensstal
Dus besloten Danny en Reinier het groter aan te pakken en in een varkensstal vlakbij Delft aquariums neer te zetten om vissen op te vangen. “Die ruimte was alleen erg lastig warm te houden, waardoor de vissen bij ons vaak doodgingen door de kou.” Danny wist dat er een pand vrijkwam aan de Van der Madestraat en klopte aan bij Woonbron. “Ik gaf aan dat ik geen geld had, maar wel vissen op wilde vangen. Uiteindelijk mocht ik het op hun kosten opknappen en het huren.”
Werk ernaast
Samen met andere vrijwilligers vangt Danny hier nu al vijf jaar vissen op. “Reinier is er uiteindelijk mee gestopt omdat hij problemen had met zijn hart.” Dat is meer dan een fulltime baan: “Wanneer ik ’s avonds om 23.00 uur gebeld wordt dat er een vis in nood is, ga ik die gewoon halen.” Het vissenasiel is een stichting die nu nét zichzelf kan bedruipen, dus daarnaast werkt Danny als verkoper van sportvoeding. “Eerst had ik er ook nog een baantje naast bij PostNL om te zorgen dat de stichting niet in de rode cijfers zou lopen.”
Aaibaar
Waar andere asielen geld krijgen van de overheid, moet het vissenasiel zichzelf redden. “Alleen aaibare dieren krijgen subsidie. Terwijl vissen heus aaibaar zijn: een rode meerval komt bijvoorbeeld gewoon in je hand liggen. Dat geldt ook voor roggen en andere vissen. Die vinden het hartstikke leuk om geaaid te worden of met je te spelen. Mensen weten het alleen niet.”
Schrijnende gevallen
Wanneer Danny vissen gaat ophalen, komt hij veel schrijnende gevallen tegen. “Zo was ik laatst bij de woningbrand aan de Bikolaan. De onderbuurvrouw van het appartement dat uitgebrand is, moest haar huis samen met haar pasgeboren baby verlaten. Ik kwam langs om haar vissen op te halen voor tijdelijke opvang, maar de vrouw zelf had helemaal geen huis. De verzekering zou haar pas na twee dagen geld geven zodat ze in een hotel of vakantiepark kon overnachten. Dat vind ik zó erg, dat die mensen dan gewoon op straat staan. En ik kan niks doen, behalve voor hun vissen zorgen.”

7000 vissen
Naast opvang voor vissen zonder kom, vangt Danny ook vissen op waarvan de baasjes op vakantie zijn. “Afgelopen zomer had ik zo’n 7000 vissen in de opvang.” Het verzorgen van al die vissen is best een karweitje: “Alleen al met voeren ben ik een uur per dag bezig. Voor het schoonmaken van de bakken heb ik gelukkig hulp van twee vrijwilligers.”
Zo lang mogelijk
Hoe hij de toekomst voor zich ziet? “Ik wil dit werk zo lang mogelijk blijven doen. Alleen als het asiel in de rode cijfers komt, zal ik er wel mee stoppen. Ik heb ook een gezin en dan is de verantwoordelijkheid om voor hen te zorgen uiteindelijk belangrijker dan de vissen.”