Kubilay helpt jongeren hun muzikale droom waarmaken: ‘Waarom had Bergen op Zoom dit nog niet?’
Jongeren helpen om muziek te produceren en zelf uit te brengen. Dat is waar het hart van Bergenaar Kubilay Kaya…
Het is een drukte van belang in het atelier van Stichting Historische Kostuums in de Blokstallen. De vrijwilligers zijn al maanden bezig met de kleding voor openluchtspektakel Les Misérables. Maar ook tijdens de voorstellingen zit het werk er nog lang niet op. “We zijn de EHBO, maar dan voor kleding.”
Een lange rij tafels met naaimachines siert de muur onder de ramen en oude balken van het atelier. Een tiental dames van de stichting is druk bezig met de laatste kostuumaanpassingen voor Les Misérables, dat dit weekend echt van start gaat. “Het zijn vooral aanpassingen om de speler te helpen met zijn of haar rol”, vertelt Ineke (68). “Dat iets net niet lekker zit, afzakt of een mutsje dat naar voren schiet; dat merk je pas tijdens de repetities.” In haar handen heeft ze een witte blouse waarin er elastiek in de hals moet komen. Dit is slechts één van de vele last minute klussen in het atelier. “Gelukkig maken vele handen licht werk.”
Dat er veel handen zijn, is één ding dat zeker is. Tussen de bedrijvigheid door vinden we Wil een paar tafels verderop. De Bergse is druk met het maken van knoopsgaten in een gilet. “Maar stress hebben we hier niet hoor”, lacht ze. “Al had ik dat twee weken geleden wel even toen er stof te laat geleverd werd. Dan staat het zweet even op mijn voorhoofd, want alles moet op tijd af.” Wil zit al sinds 2016 bij de stichting. “Ik kon daarvoor ook wel aardig iets in elkaar zetten, maar ik leer veel van mijn buurvrouw hier. Die is naar de modevakschool geweest. Zo helpen we elkaar.”
Lees verder na de afbeelding >
‘Buurvrouw’ Riet (74) kijkt meteen op van het verruimen van een jurk. Het geluidskastje van de microfoon dat de speler om moet, blijkt er toch niet helemaal lekker onder te passen. “Ja, het is zeker leuk om weer iets met mijn opleiding te doen. Ik gaf vroeger weleens naailes in het buurthuis, maar verder niet echt. Via een kennis van de korfbal kwam ik hier terecht. Ik dacht eerst: daar heb ik echt geen tijd voor. Maar toen ik eenmaal begon was ik meteen verslaafd. Die Engelse patronen en baljurken. Dan gaan mijn handen echt jeuken.”
Ineke, inmiddels bijna klaar met het plaatsen van het elastiek, kan niet anders dan dat enthousiasme beamen. “Ik ben hier al bijna vijfentwintig jaar en alle projecten blijven bijzonder. Maar het voorwerk, dat is ook zo leuk. Voor een project gaan we met de hele groep op zoek naar afbeeldingen en prenten van schilders, daar zoek je dan patronen van. Ik maak veel mutsjes en hoeden, en voor patronen kwam ik online uit bij het Smithsonian museum in New York. Ik kon gewoon zo door een boek met patronen bladeren.”
Lees verder na de afbeelding >
“We maken alles zo passend mogelijk bij de periode waarin het verhaal zich afspeelt”, vult Riet vanachter haar naaimachine aan. “Zo zit er in geen enkele jurk een rits, want die hadden ze in de zeventiende eeuw nog niet.” “Gelukkig hebben we nu wel naaimachines”, breekt Wil in terwijl ze opkijkt van een net vers gemaakt knoopsgat. “Alles met de hand maken is niet te doen, maar met onze technologie gelukkig ook niet meer nodig. We kunnen het machinale werk vrij onzichtbaar maken waardoor het niet opvalt. Al moeten we wel een beetje creatief te werk gaan.”
Ritsen hadden ze in de zeventiende eeuw nog niet
Lucia (69), die even verderop zit, is het daar helemaal mee eens. “Soms denk je weleens: hoe krijg ik dit voor elkaar. Maar dan schiet iedereen elkaar meteen te hulp. We denken altijd in oplossingen, dat is ons ding.”
Tussen het gezellige geklets en een rondje met een pot zoute dropjes moet er ook een kleine kostuumcrisis opgelost worden. Pruiken vallen normaal buiten het werkgebied van de stichting, maar toch draaien de dames hun hand niet om voor extensions die net niet lekker aan een mutsje bevestigd zitten. Petra (57) tornt de lokken voorzichtig los. “Naaien is niet mijn ding, ik ben meer van dingen klaarhangen en inventariseren. Ik doe dit al sinds 2015 en zou het niet meer willen missen.”
Lees verder na de afbeelding >
Als de haren los zijn buigt ze zich samen oprichtster Ria (68), door de dames ook wel liefkozend ‘de wandelende kledingencyclopedie’ genoemd, over het project. Het blijkt geen makkelijke opgave. “Maar hier komen we ook wel weer uit”, aldus Ria die met haar geoefende naaistersoog allang gezien heeft hoe het beter kan.
Ondertussen is ook een speler het atelier binnengekomen met een flinke scheur in het halsdoek van haar kostuum en heeft de regisseur om een extra vlag gevraagd. Toch is er nog steeds geen sprake van stress onder de dames. “Want straks komt alles samen in het toneelspel. En dat is precies waar we het voor doen. De kostuums, dat zijn echt de sfeermakers.”
In onze gids
Populaire rubrieken