Column Aefke: Ramptoerisme
Afgelopen zondag was ik lekker relaxt in huis aan het rommelen. Mijn man en oudste zoon werkten in de tuin en mijn andere kind was uit logeren. De bel ging. Snel deed ik open. Ik verwachtte niemand en was natuurlijk nieuwsgierig.
‘Goedemorgen mevrouw. Politie. Niet schrikken hoor!’, zei een politieagent terwijl hij zich identificeerde. Ik schrok me kapot. Als iemand zegt: ‘Niet schrikken hoor’, heeft dat bij mij het omgekeerde effect. Ik schrok me het leplazarus. Mijn jongste zoon was vast aangereden. Of nog erger. Ik trilde, knipperde mijn tranen weg en kreeg een raar gevoel van opluchting toen de agent zei dat het om de plofkraak ging. ‘Ik haal mijn man’, zei ik meteen. Hij en mijn oudste hadden het gehoord en dachten dat de Russen ons gingen bombarderen. Ook niet mooi natuurlijk, maar mijn opluchting dat mijn jongste zoon nog in levende lijve uit logeren was, overheerste.
Toen ik deze week mijn zoon van school haalde, nam hij een vriendje mee om te spelen. Dat vind ik altijd de gezelligste middagen. Kijken hoe mijn kroost zich aanpast aan Apeldoorn en nieuwe vrienden maakt. ‘Mam’, deelde mijn zoon mee. ‘Vriendje* en ik gaan zo even naar de Primera. Kijken hoe het eruit ziet.’ – ‘Dat gaan we dus niet doen’, reageerde ik gedecideerd. ‘Geen sprake van.’
‘Maar waarom niet?’, pruilde mijn zoon. ‘We zijn zo weer terug hoor.’
‘Weet je hoe we dat noemen in een mooi woord?’, vroeg ik. De jongens schudden hun nieuwsgierige hoofden.
‘Ramptoerisme’, zei ik. ‘Hoe zou jij het vinden als je heel hard op je hoofd bent gevallen, je hebt heel veel pijn en er komen allemaal mensen kijken hoeveel pijn jij hebt?’
Vriendje schrok wel een beetje. ‘Nee, dat is niet leuk’. Mijn zoon beaamde dit.
De impact op het personeel van Primera moet intens zijn. Ik kom er graag en hoop dat we er snel weer terecht kunnen. Ik vind het wel prachtig hoe kinderen kunnen relativeren. Mijn buurmeisje van 4 vond het maar raar, zo’n plofkraak. ‘Als iemand geld nodig heeft, kan hij er toch gewoon om vragen?’ Inderdaad. Maar blijkbaar was er een boel zinloos geweld nodig. Het heeft de daders niets opgeleverd en de slachtoffers ongelooflijk veel stress. Eigenlijk ben ik gewend om een zaak van twee kanten te bekijken. Deze daders hadden waarschijnlijk een moeilijke jeugd met veel problemen waardoor ze op het slechte pad zijn geraakt. Op dit moment heb ik er echter even geen begrip voor. Sorry. Ik vind het sukkels.
* Namen van anderen gebruik ik niet in deze columns.
—
Aefke ten Hagen is in mei 2021 verhuisd vanuit Utrecht naar Apeldoorn, met haar man en twee zoons Tijl en Bo. Op indebuurt.nl/Apeldoorn publiceert ze wekelijks een column over haar nieuwe leven in Apeldoorn.