Sambal Bert: ‘Sambal is een smaakmaker, geen slokdarmverbrander’
De glimlach is niet van Bert Slotboom’s gezicht te poetsen als hij over sambal praat. “Ik vind het echt leuk om te maken”, zegt hij. En dat enthousiasme zorgde ervoor dat zijn product – Sambal Bert – nu in de autootjes van Picnic en de schappen van Het Lokaal ligt. “En Van Gogh verwerkt mijn sambal in de satékroket.”
Als je de sambal uit de supermarkt niet lekker en die uit de toko te pittig vindt, wat doe je dan? “Dan maak je het maar zelf”, aldus Bert. Hij schoffelt graag een beetje in zijn moestuin om te ontspannen. Op een zekere dag plantte hij een peperplant en die deed het zo goed, dat hij besloot er sambal van te maken. “Ik heb toen een recept voor sambal badjak compleet door de war gegooid, maar dat werd kindersambal.”
“De eerste poging was kindersambal”
Twee maanden van spelen met pepers volgde, tot er een sambal uitkwam die zowel pittig als smaakvol is. “Ik verkoop vier soorten, de een pittiger dan de ander. De minst pittige – drie pepers – verkopen ze bij Picnic.” Mensen met een loden pijp als keel kunnen ook de vijf pepers proberen, maar dat is niet Berts persoonlijke favoriet. “Ik vind die van drie pepers het lekkerst. Ik wil sambal gebruiken als smaakmaker, niet als slokdarmverbrander.”
Sambal Bert
Die naam, die is toch best wel een beetje grappig. “Mensen noemen me niet eens meer altijd Bert, maar Sambal Bert. Ik dronk een paar biertjes met een goede vriend van me en we brainstormden over een goede naam. Ik heet Bert en ik maak sambal. Sambal Bert. Als je veertig potten naast elkaar zet en je zet mijn logo ertussen, dan blijft mijn naam hangen. Dat is de insteek.” Over dat logo gesproken, dat is ontworpen door een andere goede vriend van Bert. “Hij was afwasser bij een restaurant waar ik kookte en hij vond mijn sambal wel cool. Hij heeft een internetbedrijfje en wilde het logo voor me ontwerpen.”
Geen poeha
Al te veel poeha wil Bert er overigens niet geven aan zijn sambal. “Het is gewoon lekkere sambal en als je het wil kopen, dan moet je het kopen. Zo niet, dan niet. Ik heb een fulltime baan, dit doe ik er gewoon bij. Ik vind het tof dat dit iets van mezelf is. Ik heb dit vanaf de grond opgebouwd en nu zie ik de potjes in de winkel staan. Dat is cool.”
