Van suïcide naar de Spelen, Danny van Ee gaat ervoor: ‘Ik heb een tweede kans gekregen’
Vier jaar geleden stond Danny van Ee bij een spoorwegovergang. Hij wachtte twee treinen en gooide zichzelf bij de derde...
Al ruim dertig jaar zijn hij én zijn restaurant in de Bloemendalsestraat een begrip in Amersfoort. Vanuit Italië kwam Luca Gobbo via Utrecht hier in Amersfoort terecht, waar hij zijn eigen zaak opende. “Ik ga nog een jaar of drie vier werken en dan stop ik ermee.”
Met een kopje espresso zit hij aan een tafel in zijn restaurant. “Ik sta zelf in de keuken, samen met mijn vrouw natuurlijk. Ik moet wel, mijn kinderen helpen me niet!”, zegt hij, min of meer grappend, terwijl hij even omkijkt naar zijn dochter Fiona. Het Amersfoortse avontuur van Luca Gobbo begon in 1986. “Daarvoor werkte ik in een restaurant in Utrecht. Ik raakte mijn baan kwijt en toen kwam dit op mijn pad.” In eerste instantie was Da Luca een snackbar. “We hebben heel langzaam de Italiaanse broodjes erin gebracht. Je weet wel, van die grote Italiaanse bollen. Dat was een succes.”
Amersfoort was een hele andere stad, vertelt Luca. “Je moet je voorstellen, Amersfoort telde 60.000 inwoners. Er waren hooguit drie pizzeria’s en misschien zes afhaalcentra in heel Amersfoort. Kattenbroek, Nieuwland, Zielhorst, dat was er allemaal nog niet.” Wel waren er een hoop studenten. “In de weekenden hadden we twee-, driehonderd mensen binnen. De studenten van Sint Jozef kwamen hier eten. Ze haalden een broodje en aten die op de stoep op.”
Niet alleen de stad was anders, ook de Bloemendalsestraat. “Je had café Zeezicht, dat was een bijzonder café. Van Zanten had je ook al, dat was ook altijd druk”, herinnert hij zich. “Er waren twee slagers, een café, de Graanschuur was een winkel waar je alles kon vinden. Kaas, ham, pannen, alles. Je ging een smal gangetje in voor een klein dekseltje of pannetje. We hadden een groenteboer aan de overkant. Dat is allemaal weg.” En, zo weet hij nog, “Humphrey’s was een stal. Daar sliep die jongen, zo’n hippie, altijd bij de koe. Leuke jongen wel.”
Die levendigheid zorgde voor een hoop aanloop in de straat. “Winkels zorgen dat mensen langslopen. Je komt hier niet toevallig langs. Mensen lopen langs Van Zanten en dan draaien ze weer om. Deze straat wordt straks vergeten. Degenen die bij mij komen eten, komen echt omdat ze weten dat ik hier zit.”
Da Luca zelf zal er ook nog maar een paar jaar zijn. “Er zijn nu allemaal woningen in deze straat. Ik ga zelf nog drie of vier jaar werken, dan stop ik ook. Mijn kinderen willen de zaak niet overnemen dus dit wordt dan ook een woonhuis. We koken en eten hier toch al beneden.”
“Andere Italiaanse restaurants verkopen pizza met shoarma en meer van dat rare gedoe”
Luca opende destijds het vierde Italiaanse restaurant, telt hij. “Vroeger had je O Sole Mio, San Giorgio en Bella Napoli, dat is nu Lorenza. Daarna kwam ik. Nu puilt het uit van de Italiaanse restaurants. Ze verkopen pizza met shoarma. Of die Amerikaanse pizza’s. Allemaal van dat rare gedoe. Het moet weinig kosten en goed verkopen. Maar bij pizza is dat niet handig. Je eet je buik vol, gooit de doos uit het raam en klaar.”
Wat is dan wel het geheim van een goede pizza, volgens Luca? “Er is geen geheim, je gebruikt gewoon normale ingrediënten. Italiaanse salami, bepaalde kaas, niet zomaar Amsterdamse kaas erop. Goeie parmaham, goeie mozzarella.” De combinatie, die maakt niet zoveel uit. “Een pizza die bij het ene restaurant op de kaart staat, staat er niet per se bij mij op. Dat is per restaurant verschillend. Mijn deeg is anders, mijn tomato is anders, ik doe het op mijn manier. In de afgelopen jaren heb ik veel geleerd en probeer ik het steeds beter te maken. Als de smaken goed bij elkaar passen, kan er best een nieuwe pizza op de kaart.”
Ondanks de verbasteringen van de Italiaanse gerechten, mist Luca Italië niet. “Nee, als je naar Italië wilt, is dat geen probleem. We wonen niet in Australië. Je pakt de fiets en je bent in Italië.” Het is niet alsof hij er nooit meer zou willen wonen, legt hij uit. “Ik heb hier werk en een woning. Als ik terugga moet ik weer opnieuw beginnen. Ik heb een paar goede vrienden, maar dat is het ook.” Maar, Amersfoort houdt hem ook niet per se hier. “Nee, ik vind er niks aan. Er is niet zoveel speciaals. Na dertig jaar kijk je niet meer om je heen. Net als in Venetië, je kijkt niet meer. Ik ben er zoveel geweest. Als jij komt denk je: Oh, een gondola! Ik denk alleen maar: Wat een domme boot.”
Iedere week benoemen we een bijzondere inwoner van Amersfoort tot ‘Amersfoorter van de week’. Ken jij een leuk persoon voor deze rubriek? Laat het ons weten!
In onze gids
Populaire rubrieken